Wat is lokaal eigendom

In het Klimaatakkoord is het streven naar 50% lokaal eigendom afgesproken.

‘Om de projecten voor de bouw en exploitatie van hernieuwbaar op land in de energietransitie te laten slagen, gaan in gebieden met mogelijkheden en ambities voor hernieuwbare opwekking, partijen gelijkwaardig samenwerken in de ontwikkeling, bouw en exploitatie. Dit vertaalt zich in evenwichtige eigendomsverdeling in een gebied waarbij gestreefd wordt naar 50% eigendom van de productie van de lokale omgeving (bewoners en bedrijven). Investeren in een zon –en/of windproject is ondernemerschap. Dat vergt ook mee-investeren en risico lopen. Het streven voor de eigendomsverhouding is een algemeen streven voor 2030. Er is lokaal ruimte om hier vanwege lokale project- gerelateerde redenen van af te wijken.’

Het gaat dus om het eigendom van de productie op land (zon- en windprojecten) van de lokale omgeving (burgers en bedrijven) en het gaat om een algemeen streven voor 2030. De meeste RES-regio’s hebben dit streven opgenomen in hun Regionale Energiestrategieën.

Definitie 


Om te bepalen wanneer iets nu wel of niet onder lokaal eigendom valt, hanteren we de definities uit de landelijke Monitor Financiële Participatie van het ministerie van Economische Zaken & Klimaat. Deze definities hebben we als NP RES ook opgenomen in het Begrippenkader RES.

We gaan bij lokaal eigendom uit van juridisch eigendom van de productie-installatie (van het zonnepark of de windmolen op land).

Uit: Monitor Financiële Participatie Hernieuwbare Energie op Land 2022, hoofdstuk 2.2. Definities en 

Zonnedaken, warmte- en opslaginstallaties vallen niet onder het streven naar lokaal eigendom uit het Klimaatakkoord en de monitor Financiële Participatie. Een RES-regio, provincie of gemeente kan er natuurlijk wel voor kiezen ook voor deze installaties te streven naar lokaal eigendom. 

We onderscheiden drie type lokaal eigendom en niet-lokaal eigendom: 

  1. Bewonerscollectieven en lokale partners: eigendom van een collectief samenwerkingsverband van bewoners, lokale ondernemers, agrariërs of andere lokale partners in de omgeving van het project. Uitgangspunt is dat iedereen uit de lokale omgeving, inclusief de omwonenden de kans moet hebben gehad om deel te nemen in het project. 
  2. Publiek: eigendom van gemeenten, waterschappen, drinkwaterbedrijven, e.d. Dit omvat ook eigendom van bedrijven met 100% publieke aandeelhouders. 
  3. Lokale bedrijven: eigendom van lokale ondernemers, agrariërs, maatschappelijke instellingen met een lokale vestiging (vaak op eigen terrein). 
  4. Geen lokaal eigendom: eigendom van een partij die niet in de omgeving van het project is gevestigd. Vaak is dit een projectontwikkelaar, maar kan ook een investeringsfonds, vastgoedbedrijf of ander bedrijf zijn. 

De landelijke monitor Financiële Participatie beoordeelt het streven naar lokaal eigendom per zonne- en windpark en zet dat af tegen het totale aantal zonne- en windparken in Nederland. Het begrippenkader van NP RES sluit daarop aan. Dat betekent dat het streven naar lokaal eigendom altijd op projectniveau bekeken wordt. 

Het is aan elke RES-regio, provincies en gemeenten om binnen de kaders van deze algemene definitie het begrip lokaal eigendom regionaal en/of lokaal verder in te kleuren en te verdiepen. RES-regio’s of decentrale overheden kunnen ervoor kiezen om af te wijken van de types lokaal eigendom, bijvoorbeeld door te stellen dat er bij lokaal eigendom altijd sprake moet zijn van een collectief en dat daarmee het eigendom van één lokaal (agrarisch) bedrijf niet gezien wordt als lokaal eigendom. Het is goed om te realiseren dat daarmee wordt afgeweken van de landelijke monitor Financiële Participatie, waarin deze zonneparken of windmolens wel als lokaal eigendom worden meegenomen.

Coöperatief eigendom 

Het eerste type eigendom (bewonerscollectieven en lokale partners) wordt in de praktijk vaak vormgegeven via een energiecoöperatie. We noemen dit ook wel coöperatief eigendom.

Financiële risico’s 


Lokaal eigendom betekent ook investeren en (financiële) risico’s lopen. Het is en blijft ondernemerschap en dat betekent dat een project waar de lokale omgeving in geïnvesteerd heeft, ook mis kan gaan. Overigens is het niet zo dat dit betekent dat inwoners de totale ontwikkelkosten moeten opbrengen. In de praktijk betekent het vaak dat het inwonercollectief 20 tot 30% van de totale ontwikkelkosten van hun aandeel in het project zelf moet investeren en als eigen vermogen moeten inbrengen. De rest wordt, net als bij commerciële ontwikkelaars, door externen gefinancierd, veelal banken. Uiteraard neemt externe financiering het ondernemersrisico voor het inwonercollectief niet weg. Voor de eerste, meest risicovolle fase van het project (voor financial close) zijn in een aantal provincies fondsen beschikbaar, waarbij het inwonercollectief niet risicodragend is.

Lokaal eigendom en financiële participatie 


Lokaal eigendom is een vorm van financiële participatie, maar is in aard, aanpak en omvang anders dan de andere vormen van financiële participatie: financiële deelneming, omgevingsfonds en omwonendenregeling. Bovendien sluit lokaal eigendom andere vormen van financiële participatie niet uit. Ook bij projecten die (gedeeltelijk) in lokaal eigendom worden gerealiseerd, worden tijdens de procesparticipatie met de omgeving afspraken gemaakt over bijvoorbeeld financiële deelneming of een omgevingsfonds. 

Daarbij is het belangrijk om je te realiseren dat niet alle vormen van financiële participatie kunnen en hoeven worden opgenomen in een project. Daarvoor is in de businesscase in de meeste gevallen niet voldoende ruimte. Het is dus zaak om in beleidskaders hier rekening mee te houden en initiatiefnemers niet te overvragen. Dit geldt voor zowel commerciële partijen als omgevingspartijen: ook omgevingspartijen moeten werken met een reële en sluitende businesscase.

Local4Local


Local4Local is een concept van de energiecoöperaties in Nederland. Het is een lokaal energiesysteem waarbij een lokale energiecoöperatie stroom en warmte gaat leveren aan haar leden tegen een eerlijke en stabiele prijs, zoveel als mogelijk los van de markt. In dit Local4Local systeem werken burgers, bedrijven, lokale overheden en maatschappelijk vastgoed samen en hebben democratische zeggenschap over hun energiesysteem via de energiegemeenschap. De doelstelling van Local4Local is het ontwikkelen en implementeren van een coöperatief model voor een integrale, duurzame, collectieve energievoorziening, waarin de eindgebruiker niet meer dan de kostprijs+ betaalt voor zijn energie, met geminimaliseerde impact op de lokale energie-infrastructuur.
Meer informatie is te vinden op de website van Local4Local.

Praktijkverhaal: Local4Local 

Sinds de energiecrisis is de productie van duurzame energie goedkoper dan fossiele energie en de daaraan gekoppelde marktprijs van elektriciteit. Voor Energie Samen, de koepelcoöperatie van energiecoöperaties in Nederland, was dat de start van het idee om als energiecoöperaties zelf opgewekte duurzame stroom tegen de kostprijs – met een kleine ‘plus’ voor de benodigde investeringen en continuïteit – te gaan leveren aan leden. Inwoners en andere afnemers betalen dan een eerlijke prijs, bovendien stimuleer je duurzame opwek en ontlast je het elektriciteitsnet, doordat op lokaal niveau vraag en aanbod van energie beter in balans zijn. AGEM levert al op die manier energie aan gemeenten en met Biozon ook aan particuliere leden in Zelhem. Lees het hele verhaal.

Energiegemeenschap 


In zowel de Europese als Nederlandse wetgeving is de juridische entiteit van een energiegemeenschap geïntroduceerd. Via een energiegemeenschap kunnen burgers, lokale overheden en kleine ondernemingen samen energie opwekken, delen en verkopen. Omgevingspartijen die (een deel van) een zonne- of windpark in lokaal eigendom hebben, kunnen onder de Energiewet ook de door hen zelf opgewekte stroom delen, opslaan en verkopen.

Energiegemeenschap: juridische entiteit die ten behoeve van haar leden, vennoten of aandeelhouders activiteiten op de energiemarkt verricht en als hoofddoel heeft het bieden van milieuvoordelen of economische of sociale voordelen aan haar leden, vennoten of aandeelhouders of aan de plaatselijke gebieden waar ze werkzaam is, en niet is gericht op het maken van winst (Energiewet, artikel 1.1. Begripsbepalingen)

De Energiewet bepaalt verder dat een energiegemeenschap in haar statuten moet hebben opgenomen dat: 

  • de participatie in de energiegemeenschap open en vrijwillig is 
  • de leden, vennoten, of aandeelhouders het recht hebben de energie-gemeenschap te verlaten; en 
  • dat de feitelijke zeggenschap over de energiegemeenschap is gelegen bij leden, vennoten of aandeelhouders die natuurlijk personen, micro-ondernemingen, kleine ondernemingen of gemeenten, waterschappen, provincies of gemeenschappelijke regelingen zijn. (Energiewet, artikel 2.4 Voorwaarden energiegemeenschap)

Een energiegemeenschap die hernieuwbare energieprojecten ontwikkelt kan daarnaast in haar statuten opnemen dat alleen personen, gemeenten, waterschappen, provincies of gemeenschappelijke regelingen of micro-ondernemingen, kleine ondernemingen of middelgrote ondernemingen leden vennoten of aandeelhouders van de energiegemeenschap kunnen zijn. Ook kunnen zij in hun statuten opnemen dat leden, vennoten of aandeelhouders in de nabijheid van het duurzame energieproject gevestigd moeten zijn. 

Lokaal eigendom ontwikkelt zich dus verder in de richting van energiegemeenschappen, waarbij omgevingspartijen niet alleen eigenaar zijn (van een deel) van de productie-installatie, maar de opgewekte stroom ook kunnen delen, opslaan en verkopen.

Praktijkvoorbeeld: Nagele 

In Nagele nam het dorp de regie over de eigen energievoorziening, zowel voor de opwek van duurzame stroom als de warmtevoorziening. Vanuit het dorp kwam een plan voor een innovatief coöperatief systeem om het hele dorp duurzaam mee te verwarmen, via een combinatie van zonnecollectoren op daken, een ondergrondse seizoensbuffer om de zonnewarmte in op te slaan, en een warmtenet om huizen en gebouwen in de winter mee op temperatuur te kunnen brengen. Lees het hele verhaal.

Energie delen


In de Energiewet die geldend is vanaf 1 januari 2025 is energie delen als nieuwe activiteit opgenomen. Daarmee is het voor iedereen die een eigen opwekinstallatie heeft (bijvoorbeeld zonnepanelen op het dak) of lid is van een energiegemeenschap mogelijk geworden om energie te delen.

De Energiewet bepaalt dat iemand alleen energie kan delen als hij of zij een contract heeft met een energieleverancier die energie delen aanbiedt en dat iedereen waarmee energie gedeeld wordt, ook een leverings- of terugleveringsovereenkomst heeft bij diezelfde energieleverancier. 

Een energiegemeenschap die een zonne- of windpark (gedeeltelijk) in lokaal eigendom heeft kan de opgewekte stroom delen met haar leden. Dat betekent dat het concept van Local4Local (energie leveren tegen een stabiele, eerlijke prijs) ook mogelijk is.

Delen van energie: zelfverbruik door één of meer actieve afnemers van hernieuwbare energie; 

a. die is opgewekt of opgeslagen door een installatie achter een andere aansluiting die de actieve afnemers geheel of gedeeltelijk gezamenlijk bezitten, leasen of huren; 
b. waarop het recht al dan niet gratis is overgedragen door een andere actieve afnemer 
(Energiewet, artikel 1.1. Begripsbepalingen)

Belang van lokaal eigendom 


Lokaal eigendom gaat dus over eigenaarschap, de belangen van de omgeving en over het lokale energiesysteem. Het is bedoeld om de lokale omgeving zeggenschap te geven over wind- en zonprojecten. Zowel over de ontwikkeling en landschappelijke inpassing van die projecten als over de stroom en de revenuen die voortkomen uit die projecten. Door de lokale omgeving (mede) eigenaarschap te geven, kan er binnen het project ook een eerlijke verdeling van de lusten en lasten worden gemaakt. Dit alles is bedoeld om bij te dragen aan meer maatschappelijke acceptatie voor zon- en windprojecten. Door de ontwikkeling van meer decentrale / lokale energiesystemen zien we dat lokaal eigendom relevanter wordt om nog een andere reden. En dat is lokale zeggenschap over de geproduceerde stroom. 

Doordat we duurzame energie overal op kunnen wekken en we dat als burgers en lokale bedrijven ook steeds meer zelf kunnen doen, is het steeds logischer geworden om de lokaal geproduceerde stroom ook lokaal te gebruiken. Ons van oorsprong centraal georganiseerde energiesysteem wordt daarmee steeds decentraler. En dat brengt nieuwe activiteiten met zich mee, zoals energie delen, zelflevering en Local4Local of het leveren van stroom tegen een stabiele en eerlijke prijs (kostprijs+-model). Voor al deze nieuwe activiteiten geldt dat je lokale zeggenschap over de stroomproductie nodig hebt, om ze te kunnen uitvoeren. Of doordat je als inwoner of bedrijf zelf zonnepanelen op je dak hebt en/of omdat je collectief (mede) eigenaar bent van een zonne- of windpark in de omgeving. Zo bezien is lokaal eigendom een manier om regie te hebben over de eigen, lokale energievoorziening. 

In bijlage 1 is een overzicht opgenomen van de manieren waarop lokaal eigendom vormgegeven kan worden, inclusief de meest geschikte organisatievormen.