Bijlage 2 Overzicht geldende wet- en regelgeving bevoegd gezag bij realisatie duurzame energieprojecten

Geldende wet- en regelgeving bevoegdheden overheden

Onder de Omgevingswet is de keuzevrijheid beperkter dan voorheen. De Energiewet voorziet in een wijziging van de Elektriciteitswet, waaruit blijkt dat de minister een projectbesluit moet vaststellen voor wind- en zonneparken met een capaciteit van ten minste 100 MW. Gedeputeerde staten moeten een projectbesluit vaststellen voor windparken met een capaciteit van ten minste 15 MW maar minder dan 100 MW en voor zonneparken van ten minste 50 MW maar minder dan 100 MW. De minister en gedeputeerde staten kunnen beslissen geen projectbesluit vast te stellen als “het project naar hun oordeel met toepassing van artikel 5.55 van de Omgevingswet kan worden uitgevoerd en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waar het project wordt uitgevoerd, daarmee instemt.” Voor windparken van ten minste 15 MW en zonneparken van ten minste 50 MW moet derhalve de gemeentelijke projectprocedure worden doorlopen. Voor de windparken met een opgesteld vermogen van minder dan 15 MW en zonneparken met een opgesteld vermogen van minder dan 50 MW kan de gemeentelijke projectprocedure vrijwillig worden doorlopen.