Varianten en voorbeelden van lokaal eigendom

Er zijn verschillende manieren waarop lokaal eigendom gerealiseerd kan worden in zon- en windprojecten. Het streven naar (een percentage) lokaal eigendom is echter geen doel op zich. Het gaat om het achterliggende doel van maatschappelijke acceptatie, zeggenschap over de energievoorziening en mensen de kans geven om mee te doen.

100% lokaal eigendom 


Bij honderd procent lokaal eigendom ligt de zeggenschap voor honderd procent bij (een collectief van) inwoners, lokale bedrijven of lokale overheid. Dit collectief is vaak verenigd in een coöperatie. Het kan ook een collectief van coöperaties zijn, bijvoorbeeld bij grote projecten die gemeente overstijgend zijn. 

Voorbeelden hiervan zijn: 

Praktijkvoorbeeld: Veur de Wind in Nieuwleusen

In Nieuwleusen stonden al een aantal windmolens die in eigendom zijn van een Japanse investeerder. Toen het dorp Nieuwleusen van gemeente en provincie hoorde dat er nog een paar windmolens bij zouden komen, stond het dorp op en dacht: Als het dan moet, dan doen we het zelf! Het dorp koos er ook zelf voor om twee grote windmolens te plaatsen in plaats van meerdere kleinere. De opbrengsten van de windmolens investeert de coöperatie Nieuwleusen Synergie in de lokale gemeenschap. Bekijk het hele videoverhaal.

Een aparte categorie vormen de projecten waarbij de gemeente voor 100% eigenaar is, zoals: 

Deze projecten vallen onder type 2 van lokaal eigendom. Daarnaast zijn er voorbeelden van projecten waar het waterschap geheel of gedeeltelijk eigenaar is van een zonnepark of windmolen.

Praktijkvoorbeeld: Zonnepark De Groene Weuste Wierden 

In 2015 nam de energiecoöperatie in Wierden het initiatief om een zonnepark te bouwen op grond van de gemeente naast de wijk De Weuste. In 2018 was het zonnepark operationeel. Het project moest vanaf het begin van, voor en door Wierden zijn. Het geld dat uit het zonnepark komt, gaat dan ook terug naar de gemeenschap. Zo kon de kerk bijvoorbeeld investeren in ledverlichting en kon de sportvereniging zonnepanelen leggen op het dak van het clubhuis. Lees het hele verhaal.

Gedeeld eigendom


Bij gedeeld lokaal eigendom ontwikkelen professionele ontwikkelaars energieprojecten in samenwerking met lokale partijen, zoals energiecoöperaties. De eigendomsverhouding kan verschillen per project. Vaak wordt er gekozen voor 50 – 50 (in lijn met streven Klimaatakkoord), maar andere verhoudingen zijn ook gangbaar.

Voorbeelden van deze variant zijn:

Praktijkvoorbeeld: Windpark Krammer 

Windpark Krammer is het grootste burgerinitiatief van ons land. Het windpark bestaat uit 34 turbines die in 100% lokaal eigendom ontwikkeld zijn. In de bouwfase werd turbineleverancier Enercon voor 47% mede-eigenaar. Inmiddels zijn de beide energiecoöperaties Deltawind en Zeeuwind weer voor 60% eigenaar. Gezamenlijk hebben zij 5000 leden. Er is een windfonds ingesteld dat maatschappelijke projecten mogelijk maakt. Direct omwonenden ontvangen uit dat fonds korting op hun energierekening. Lees het hele verhaal.

Lokaal eigendom in de exploitatiefase


Het is ook mogelijk om lokaal eigendom te realiseren in de exploitatiefase. Een commerciële partij ontwikkelt dan het zonnepark en draagt het daarna over aan een energiecoöperatie of wijk- of buurtcomité. Nu is het wel zo dat in deze variant inwoners geen zeggenschap (op grond van eigenaarschap) in de ontwikkelfase hebben. De mate van invloed is in die fase dus afhankelijk van de ontwikkelende partij. Bovendien zijn de opbrengsten in veel gevallen lager, omdat de ontwikkelaar gecompenseerd moet worden voor het risico dat hij in de ontwikkelfase genomen heeft. 

Voorbeelden van deze variant zijn:

Praktijkvoorbeeld: De Watergeuzen bij Leiden 

In 2022 kocht Rijnland Energie samen met 600 omwonenden de twee bestaande windmolens aan de A4 bij Leiden. De Watergeuzen zijn het eerste windpark in de RES-regio Holland Rijnland dat voor 100% in particulier bezit is. Lees het hele verhaal.