Bijlage 1 - Context
In deze bijlage de context van de mer procedure.
Eén stap eerder ‘MERren’
Het advies van de werkgroep maakt duidelijk dat de MER één stap eerder in het proces aan de orde komt, namelijk direct bij het opstellen van beleid en niet pas bij het verankeren daarvan in formeel ruimtelijk instrumentarium. Dat geldt voor de RES én voor ieder beleidsveld binnen het domein van de fysieke leefomgeving. Dat komt omdat de RES als document en ook andere beleidsdocumenten in de leefomgeving, door de invoering van de Omgevingswet eerder als een (onderdeel van de) omgevingsvisie, of een programma kwalificeren. Namelijk in het geval dat het document, ten aanzien van een specifiek thema in de leefomgeving - zoals energietransitie als onderdeel van het omgevingsbeleid - de volgende elementen bevat:
- Een uitwerking van beleid
- Maatregelen om doelen voor de fysieke leefomgeving te bereiken.
In dat geval kwalificeert de RES als ‘programma’ in de zin van de Omgevingswet. Het programma is één van de zes kerninstrumenten van de Omgevingswet. In de Omgevingswet is de Europese richtlijn strategische milieubeoordeling (smb-richtlijn) beter dan onder het huidig recht geïmplementeerd. Voorafgaand aan het vaststellen van een omgevingsvisie of programma, moet in veel gevallen een milieueffectrapport worden opgesteld. Dit draagt eraan bij dat de effecten op milieu, natuur en landschap vroegtijdig in het proces worden betrokken. Dit sluit goed aan bij de manier van werken in het RES-proces. Onder het huidig recht werkt dat net anders. Daar is een beleidsdocument op zichzelf niet mer-plichtig (met uitzondering van de wettelijk voorgeschreven beleidsdocumenten, zoals een structuurvisie, een milieubeleidsplan en een verkeers- en vervoersplan), maar is er mer-plicht bij de verankering van het beleid in bijvoorbeeld een structuurvisie of bestemmingsplan. Het opstellen van een MER komt in een beleidsproces als gevolg hiervan dus één stap eerder in het proces aan de orde: direct bij het opstellen van het beleid en niet pas bij de verankering daarvan in een visie of plan.
Voordelen plan-MER
In opdracht van NPRES heeft de Commissie m.e.r. eind 2019 een advies uitgebracht. Daarin geeft de commissie aan hoe een MER het beste kan worden ingezet voor het opstellen van een RES. Dit advies is opgesteld voorafgaand aan de pilotfase (2020). Daarin heeft een aantal regio's ook voor de RES 1.0 een plan-MER opgesteld. Het advies blijft actueel en de Commissie m.e.r. geeft de volgende argumenten om MER in te zetten bij de besluitvorming over de RES:
- Verbetering kwaliteit besluitvorming
Mer is een beproefd instrument voor het in beeld brengen van omgevingseffecten van beleid en initiatieven. Doordat vroeg in het proces transparant milieu-informatie en milieugevolgen van verschillende alternatieven in beeld zijn, kan worden voorkomen dat de kwaliteit van landschap, natuur en leefomgeving (waaronder gezondheid) ongewild achteruitgaat én is besluitvorming over de RES optimaal onderbouwd. - Snellere uitvoering energieprojecten
Als met een MER de milieugevolgen van de RES optimaal onderbouwd zijn, kan sneller worden geschakeld naar vergunningverlening voor projecten, nog voordat omgevingsvisies en -plannen zijn vastgesteld c.q. aangepast. - Inperking onderzoekslast & versimpeling
Als het MER bij een RES op regioniveau wordt opgesteld kunnen de deelnemende gemeenten de resultaten vervolgens hergebruiken voor de benodigde nadere besluitvorming. Dit leidt tot een aanzienlijke beperking of reductie van de onderzoekslast en versimpeling van de vervolgonderzoeksvragen voor omgevingsvisies en -plannen. - Borging structuur participatie
Een mer-proces bevat onderdelen van participatie, zowel aan de start van het proces (de mogelijkheid van zienswijzen bij bepalen van de scope van het MER) als bij de besluitvorming (de mogelijkheid van zienswijzen over inhoud van het MER). Het in een vroeg stadium betrekken van de omgeving bij het mer-proces, kan het plan of besluit versterken. - Versterking alternatievenonderzoek
Het onderzoeken van alternatieven is een verplicht onderdeel van het mer-proces. Onderzocht wordt of alternatieven met hetzelfde doelbereik wellicht tot andere of beperktere milieueffecten zullen leiden. Deze informatie kan het bevoegd gezag helpen bij het maken van verantwoorde keuzes in de RES. Ook kan hiermee de voorkeurskeuze beter worden onderbouwd. MER kan op dit onderdeel het alternatieven-onderzoek dat in het kader van de RES wordt gedaan aanvullen of faciliteren. - Beperking juridische risico’s verbonden aan de uitvoering van energieprojecten
Met de MER kunnen keuzes over de energiemix, locaties en spelregels voor duurzame energieprojecten beter worden onderbouwd en wordt duidelijk of de plannen uitvoerbaar zijn. Zo wordt al vroeg in het proces duidelijk in hoeverre de RES uitvoerbaar is. Dit helpt bij het verlenen van houdbare omgevingsvergunningen voor energieprojecten.
Kortom: een plan-MER voor de RES draagt bij aan goede besluitvorming, het beperken van onderzoekslasten en het goed betrekken van burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties op weg naar vergunningverlening uiterlijk 1 januari 2025 en realisatie uiterlijk 2030 (zie hierna).
Doel instrument mer
De milieu effect rapportage (mer) is een procedure met als hoofddoel het milieubelang volwaardig te laten meewegen bij de voorbereiding en vaststelling van plannen en besluiten. Het gaat daarbij om plannen en besluiten van de overheid over initiatieven en activiteiten van publieke en private partijen die (uiteindelijk) nadelige gevolgen voor het milieu kunnen hebben.
Waarom plan-MER voor de RES?
- Een MER brengt de omgevingseffecten in beeld van een plan of project. Het geeft dus inzicht in de effecten op bodem, water, lucht, geluid, veiligheid, landschap, natuur, cultuurhistorie, gezondheid, klimaat, grondstoffengebruik en infrastructuur. Ook onderzoekt een MER mogelijke alternatieven om het doel van het plan op een andere manier te bereiken en onderzoekt het de omgevingseffecten daarvan. MER is dus feitelijk een effectrapportage die alle aspecten van de fysieke leefomgeving in onderlinge samenhang bekijkt. Inzicht in die effecten is nodig om daarna de juiste keuzes te maken. Het MER maakt zelf geen keuzes.
- Het opstellen van een milieueffectrapport sluit goed aan bij de manier van werken in het RES-proces. Een RES leidt tot een serie van besluiten om de energietransitie in een regio te realiseren. De regionale afspraken uit de RES moeten uiteindelijk worden vastgelegd in instrumenten uit de Omgevingswet, zoals in omgevingsvisies en -plannen. Een MER geeft vroegtijdig inzicht in de effecten van de in de RES opgenomen ambities voor duurzame energie in de fysieke leefomgeving. Daardoor kunnen het milieu- en omgevingsbelang vervolgens:
- een volwaardige plek in de bestuurlijke besluitvorming over de RES’en krijgen én
- een vroegtijdige plek in het gesprek met onder meer inwoners en maatschappelijke organisaties.
Op die manier kunnen de ambities uit de RES worden geconcretiseerd en gelokaliseerd.
Plan-mer-plicht
De RES Herijking is in veel gevallen plan-mer-plichtig. Wanneer dat het geval is wordt gevisualiseerd in het schema. Zie voor meer informatie ook het advies.
- Projecten die zijn opgenomen in bijlage V bij het Omgevingsbesluit (zie bijlage 2)
- Project = a. het bouwen van bouwwerken of de totstandbrenging van installaties of werken, of b. andere activiteiten die onderdelen van de fysieke leefomgeving wijzigen, inclusief activiteiten voor de winning van delfstoffen
- Te beoordelen aan de hand van smb-richtlijn
Q&A plan-m.e.r-plicht
Vraag: Welke besluiten kunnen deel uitmaken van het RES-voortgangsdocument zonder dat een plan-mer-plicht ontstaat?
Antwoord: Om deze vraag concreet te kunnen beantwoorden, hebben we een groslijst met mogelijke RES-besluiten opgesteld die we kunnen toetsen op plan-mer-plicht (bijlage 3). In de bijlage is groen gearceerd welke besluiten niet plan-mer-plichtig zijn. Blauw gearceerd zijn de besluiten die plan-mer-plichtig zijn. Als één of meer blauw gearceerde besluiten bij de Herijking aan de orde zijn, is sprake van een plan-mer-plicht. Dat is overigens al het geval bij herbevestiging van de ambities uit de RES 1.0. En bij het concretiseren daarvan.
Kortom: praktisch gezien is een RES Herijking plan-mer-plichtig. Ook als slechts één onderdeel van de RES Herijking 2.0 op zichzelf mer-plichtig is, moet het hele document en alle daarin opgenomen ambities in de plan-MER worden betrokken.