Parallel spoor: Uitgangspunten en kaders
Het parallelle spoor heeft als doel dat de partijen in de regio van elkaar weten hoe zij willen samenwerken, welke uitgangspunten van belang zijn en wat de scope van de RSW is.
Ook kan hier worden aangegeven waar nog geen standpunten zijn ingenomen maar deze op termijn wel gewenst zijn: bijvoorbeeld de wijze van samenwerking op specifieke projecten zoals een nieuw regionaal geothermieproject.
In veel regio’s zijn bij het opstellen van de RES 1.0 al afspraken gemaakt over de wijze van samenwerken, over welke zaken voor de regio meerwaarde hebben en welke thema’s juist wel of geen regionale aandacht vragen. Deze eerder gemaakt afspraken zijn ook hier het uitgangspunt. Het kan echter wenselijk zijn om deze uitgangspunten en kaders periodiek en/of op bepaalde thema's aan te scherpen.
Een ander onderdeel van het parallelle spoor is het afbakenen van de scope van de RSW. Zowel wat betreft de betrokken partijen als wat betreft de onderwerpen die aan de orde komen. Ten aanzien van de betrokken partijen kan bijvoorbeeld aan de orde komen:
- Wie betrek je actief: in sommige regio’s liggen er, kijkend naar de verwarmingsvraag en het aanbodpotentieel, kansen tussen buurregio’s en/of industriële clusters en/of de glastuinbouw. Hierbij wordt - in die regio’s waar dat van toepassing is - specifiek de link gezocht met de Cluster Energiestrategieën (CES). In de CES’en hebben de industriële clusters, inclusief het zogenaamde ‘cluster 6’, hun verduurzamingsplannen opgesteld. Daarin zijn ook bedrijven opgenomen die niet aan een specifiek cluster verbonden zijn maar wel een grote energie-impact hebben. De (toekomstige) uitkoppeling van (rest)warmte van bedrijven/bedrijventerreinen biedt steeds vaker mogelijkheden die voorheen nog onzeker/onbekend waren. Dat maakt een samenwerking tussen de RES en de CES op het gebied van warmte in sommige regio's uitermate interessant.
- Het is belangrijk om aan het begin aandacht te besteden aan het vaststellen van de scope-vraag en de juiste partijen te betrekken. Het ligt voor de hand om tijdens het opstellen van de RSW de samenwerking op te zoeken met partijen die in de warmtetransitie een rol spelen. Buiten grote (potentiële) warmteleveranciers en vragers, kunnen dat bijvoorbeeld netbeheerders, broneigenaren en warmtebedrijven zijn.
Cluster Energiestrategieën
In het Klimaatakkoord is afgesproken dat de Nederlandse industrie additioneel 14,3 mton CO2 moet reduceren voor 2030. Er is voor een regionale aanpak gekozen om deze opgave in te vullen (vergelijkbaar aan de RES).