Kompasrichting Zuidoost

De sturingsfilosofie is er, wat nu?

Het is belangrijk de rol van de RES-regio als samenwerkingsverband te bepalen om in een RES-regio de stappen te zetten die nodig zijn. De sturingsfilosofie binnen de RES-regio kan uit de volgende onderdelen bestaan, die we aansluitend in dit hoofdstuk bespreken:

  • De rol van de regio als samenwerkingsverband ten opzichte van de decentrale overheden (procesontwerp);
  • De mate waarin de energieopgave wordt gecombineerd met andere opgaven in de regio (thematisch of integraal);
  • De rolverdeling tussen overheid en markt – sturen versus faciliteren; en
  • Het samenspel en visie op de opgave (‘besturingsfilosofie’).

Procesontwerp


Het is van belang om bij het concretiseren van de ambities expliciet te maken welke rol de regionale samenwerking vervult. Komt die samenwerking eerst en volgt de gemeente of andersom en hoe verloopt het werkproces verder? Het PBL maakt onderscheid tussen vier basisvarianten voor het procesontwerp, waarbij ofwel de gemeenten (dit geldt ook voor de andere betrokken actoren in de RES-regio, zoals de waterschappen en in mindere mate ook de provincie), of de regio’s voorgaan, ofwel de zoekgebieden of de ambitie voorop staan (zie onderstaande figuur).

Variatie in procesontwerp tussen regio’s

Variatie in procesontwerp tussen regio’s (bron: PBL; met aanvullingen NP RES)

Het is goed om de gekozen vorm van procesontwerp expliciet te maken in de besluitvorming over de RES. Die keuze kan per onderdeel van de RES verschillen. Zo kunnen de samenwerkende partijen bijvoorbeeld voor gemeentegrensoverschrijdende zoekgebieden samenwerking zoeken tussen provincies en gemeenten. En is de gemeente zelf aan zet voor de lokale ruimtelijke inpassing van projecten. Het is vooral van belang om de afwegingen hierover in de stuurgroep van de RES-regio te delen en in de besluitvorming over de RES expliciet te maken. Het is in ieder geval nuttig om te inventariseren en af te wegen of bij een meer regionale aanpak ook inzet van de provinciale omgevingsverordening – of ander interventie-instrumentarium – behulpzaam is.

Thematisch of integraal


Regio’s kijken breder dan alleen naar de opgave voor het thema duurzame energie. Dit geldt voor de eigen regio en in relatie tot de buurregio’s en in relatie tot andere schaalniveaus. Naast de opgave voor energietransitie zijn er andere opgaven die ruimte vragen. Denk bijvoorbeeld aan woningbouw, de landbouwtransitie, natuurontwikkeling, ruimte voor klimaatadaptatie, distributiecentra en mobiliteit (zie kader). De provincies zijn voor de regio’s een belangrijk aanspreekpunt voor wat betreft de sturing op de gebiedsgerichte coördinatie voor de verschillende opgaven in de leefomgeving en kan een sturende rol hebben voor de zoekgebieden. De provincie kan hierbij werken met bijvoorbeeld instructieregels in de omgevingsverordening.

Verdeling huidig, pijplijn en ambitie in de RES-regio’s


Bij de herijking van de RES 1.0 moet gekeken worden hoeveel van de opgaven nog moeten worden gerealiseerd en wat de status is van de geformuleerde ambities. Elke regio heeft een andere strategie en bijbehorend tijdspad om deze strategie uit te voeren. De ambities die geformuleerd zijn in de RES 1.0 moeten verankerd worden in de instrumenten van de Omgevingswet. Onderstaande figuur geeft hiervan een globaal beeld per RES-regio, uit de monitor van het Planbureau voor de Leefomgeving.

Verdeling huidig, pijplijn en ambitie

Verdeling huidig, pijplijn en ambitie (bron: CBS, RVO.nl, Regionale Energie Strategieën 1.0, bewerking PBL)

Het onderdeel ‘huidig’ bestaat uit projecten die al zijn gerealiseerd. Voor projecten in de ‘pijplijn’ zijn vergunningen deels verleend, of kunnen deze verleend worden op basis van het huidige omgevingsbeleid. De informatie op deze website richt zich met name op het deel ‘ambitie’: de projecten waarover nog geen locatieafwegingen zijn gemaakt, nog geen participatietrajecten zijn doorlopen en de effecten op natuur, milieu en landschap nog niet zijn betrokken.